De Duitse luchtvaartsector is van groot belang voor de Duitse economie. In deze sector zijn naar schatting 680.000 mensen werkzaam, waarvan ongeveer 423.000 mensen (62 procent) in de luchtvaartindustrie. De luchtvaartsector draagt ongeveer 57,2 miljard euro bij aan het bbp (2,2 procent). De bijdrage van de luchtvaartsector aan het Nederlandse bbp (2 procent) in Nederland is vergelijkbaar, maar wordt in hoge mate door de naar verhouding grote luchthaven Schiphol bepaald.
De Duitse ruimtevaartsector is goed voor een omzet van 2,3 miljard euro (0,08 procent van het bbp). Er werken in de ruimtevaartsector in Duitsland meer dan 7.500 mensen. Belangrijke Duitse ruimtevaartinstituten zijn het DLR (Deutsche Zentrum für Luft- und Raumfahrt), het ESA controlecentrum voor ruimtevluchten in Darmstadt en het ESA astronautentrainingscentrum in Keulen. Traditioneel is Duitsland wat betreft ruimtevaart in Europa de nummer twee na Frankrijk, maar door stijgende Duitse investeringen is dit beeld aan het verschuiven.
Keyplayers en netwerken
De Duitse luchtvaartindustrie is geclusterd in een noordelijke en een zuidelijke regio. In het noorden gebeurt er veel in Hamburg (MRO (Maintenance, Repair & Overhaul), composieten, materiaalwetenschap, cabinesystemen en elektronica), de regio Hannover (MRO, logistiek, luchtverkeersmanagement) en Bremen (Automatiseringssystemen, structuuronderdelen). De zuidelijke regio is op te delen in de regio München en de rest van Beieren. In München is veel expertise op gebied van straalmotoren, composieten, militaire luchtvaart en drones (UAV). De rest van Beieren staat vooral bekend om de kennis en kunde van interieur, avionica, luchtverkeersmanagement en helikopters. Belangrijke bedrijven zijn Airbus (‘EADS’, ‘Cassidian’, ‘Dornier’, etc.), Diehl Group, Lufthansa Technik, MTU Aero Engines, Premium Aerotec, Rolls-Royce Deutschland en Liebherr Aerospace. Het belangrijkste netwerk met betrekking tot lucht- en ruimtevaart is de branchevereniging BDLI in Berlijn. Daarnaast zijn de clusters Hamburg Aviation en BavAIRria (www.bavairia.net) interessante netwerken. De belangrijkste kennisinstelling is het Deutsche Luft-und Raumfahrtzentrum, DLR (www.dlr.de). Andere relevante kennisinstellingen zijn de Universität der Bundeswehr München (Grootste faculteit Lucht- & Ruimtevaart in Duitsland), Forschungsflughafen Braunschweig (DLR & TU Braunschweig) en het Zentrum für Angewandte Luftfahrtforschung (ZAL), dat binnenkort wordt geopend.
Wat betreft ruimtevaart zijn met name de deelstaten Beieren en Baden-Württemberg (aardobservatie, navigatie, communicatie, wetenschap) en de regio Bremen (draagraketten, orbitale structuren, satellieten) belangrijk. Grote en belangrijke bedrijven in de Duitse luchtvaartsector zijn Airbus Defense & Space (EADS), OH Systems, TESAT, MT Aerospace.
Rol van de overheid
A. Luchtvaart
Het Duitse beleid op luchtvaartgebied is op twee punten opvallend. Ten eerste zet Duitsland alles op alles om de productie van de nieuwe Airbus A320, de A30X, in Duitsland te houden. Ten tweede wordt er als gevolg van de continue schaalvergroting binnen de luchtvaartindustrie focus gelegd op horizontale en verticale integraties binnen het midden- en kleinbedrijf (mkb). Zo probeert Duitsland haar toeleveranciers als Tier 1 suppliers op de markt te zetten.
Specifiek overheidsbeleid is het Luftfahrtforschungsprogramm (LuFo). Door middel van calls kunnen organisaties in samenwerking subsidie binnenhalen. De laatste LuFo call (LuFo V-2) vond plaats in oktober 2015 en had een waarde van 300 miljoen euro LuFo V-2 had vier programmalijnen: mkb (TRL (Technology Readiness Levels) 6+), eco-efficient vliegen (TRL 1-6), demonstaties (TRL 6+), technologie: onderzoeksprojecten (TRL 1-6). Hierbij gaat het grootste gedeelte van de subsidie (rond de 80 procent) naar de programmalijnen met lage TRL niveaus. Naar verwachting zal de volgende LuFo call in oktober 2016 plaatsvinden. Nederlandse organisaties zijn op drie manieren in staat om mee te doen met deze call:
1) Een Nederlandse organisatie doet mee aan een (Duits) consortium met eigen financiering. De voorwaarden die gelden met betrekking tot LuFo-financiering zijn dan uiteraard niet van toepassing.
2) Het ministerie van Economische Zaken schrijft samen met het Bundesministerium für Wirtschaft und Energie (BMWi) een tender uit voor zowel Duitse als Nederlandse partijen. Een recent voorbeeld van deze optie op overheidsniveau is de Oostenrijk-Duitse TAKE-OFF – LuFo samenwerking.
3) Een Nederlandse organisatie plaatst R&D activiteiten in Duitsland, bijvoorbeeld in het ZAL (Zentrum für Angewandte Luftfahrtforschung), en kan zo direct aanspraak maken op LuFo financiering. Bij deze optie zijn de voorwaarden van LuFo uiteraard wel van toepassing. Dit houdt dus in dat de resultaten in Duitsland geëxploiteerd moeten worden en dat het onderzoek ook door DLR geëvalueerd zal worden.
B. Ruimtevaart
Duits beleid op gebied van ruimtevaart is gericht op het verzekeren van (Europese) technologische onafhankelijkheid en heeft de focus op Europa als geheel. In 2013 ontving het DLR 174 miljoen euro aan basisfinanciering voor ruimtevaartonderzoek. De ESA contributie van Duitsland was 639 miljoen euro en het nationale ruimtevaartprogramma, vergelijkbaar met het LuFo programma, ontving 272 miljoen euro.
Actualiteit
In maart 2016 betrekken de eerste onderzoekers het nieuwe ZAL TechCenter in het Duitsland. Het ’Centrum voor Toegepast Luchtvaartonderzoek’ is het technologisch onderzoek- en ontwikkelingsnetwerk van de burgerluchtvaart in Hamburg.
In het centrum zal in nauwe samenwerking met het cluster Hamburg Aviation de technologische expertise in de regio gebundeld worden. De bouw en ontwikkeling van het ZAL kost naar verwachting 82,4 miljoen euro. Deze kosten zijn gedragen door de stad Hamburg die hiervoor in ruil huur van de gebruikers ontvangt.
Op de meer dan 25 duizend vierkante meter vloeroppervlakte zal het ZAL ruimte bieden aan ongeveer zeshonderd werkplekken, waarvan Airbus reeds een fors contingent heeft gereserveerd. Daarnaast zal er ruimte zijn voor laboratoria en proefopstellingen. Nederlandse partijen kunnen ook een werkplek in het centrum huren.
Kansen voor Nederlandse organisaties
Airbus heeft een grote hoeveelheid toeleveranciers die kwalitatief hoogstaande producten maken. Vooral op het gebied van composieten is de Nederlandse markt bovengemiddeld ontwikkeld. Na het toepassen van bijvoorbeeld GLARE, een kunststof-metaal-laminaat ontwikkeld door de TU Delft en Fokker, op de A380, ziet Airbus mogelijkheden om dit soort (Nederlandse) composieten toe te passen op nieuwe vliegtuigtypes.
“Het Duitse beleid op luchtvaartgebied is op twee punten opvallend. Ten eerste zet Duitsland alles op alles om de productie van de nieuwe Airbus A320, de A30X, in Duitsland te houden. Ten tweede wordt er als gevolg van de continue schaalvergroting binnen de luchtvaartindustrie focus gelegd op horizontale en verticale integraties binnen het MKB.”
“Op de meer dan 25 duizend vierkante meter vloeroppervlakte zal het ZAL ruimte bieden aan ongeveer zeshonderd werkplekken, waarvan Airbus reeds een fors contingent heeft gereserveerd. Daarnaast zal er ruimte zijn voor laboratoria en proefopstellingen. Nederlandse partijen kunnen ook een werkplek in het centrum huren.”