Drie grote waterstof onderzoeksprojecten in Duitsland krijgen 700 miljoen euro

Afgelopen woensdag 13 januari maakte het Duitse onderzoeksministerie BMBF bekend dat er 700 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor 3 grote waterstofprojecten: H2Giga, TransHyDE en H2Mare. In de zomer van 2020 was al aangekondigd dat de Duitse overheid het al tientallen jaren bestaande waterstof onderzoeksprogramma, in het verleden vooral gericht op waterstof in de mobiliteit, flink uitbreidt met middelen uit het Corona-conjunctuurpakket.

De nu gestarte projecten zijn het resultaat van de in de zomer gestarte “ideeën competitie”. Uit de 32 ingediende projectideeën zijn drie overkoepelende projecten geformuleerd. Ieder project heeft een trekker uit de industrie. In totaal werken ruim 200 projectpartners uit de wetenschap en het bedrijfsleven de komende vier jaar samen aan het ontwikkelen van electrolysers, waterstoftransport en de offshore productie van waterstof. De precieze verdeling van de 700 miljoen over de drie projecten is nog niet vastgelegd.

H2Giga – H2Gigia richt zich op het optimaliseren van het productieproces van electrolysers en zo serieproductie starten. De 112 projectpartners, waaronder ThyssenKrupp, MAN en Sunfire willen door het onderzoeksproject stappen zetten in de kostenreductie en kwaliteit en zo hun leidende positie in de electrolyser markt versterken.

TransHyDE – Binnen TransHyDE onderzoeken 89 partners onder leiding van onder andere RWE de mogelijkheden voor waterstof transport op korte en lange afstand. Er wordt onder meer technologie ontwikkeld voor het geschikt maken van oude gasleidingen voor waterstof en onderzoek gedaan naar transportmedia zoals ammoniak en LOHC. Het project moet een bijdrage leveren aan de technische kennis die nodig is bij het opzetten van waterstof importketens.

H2Mare – Het project H2Mare spreekt waarschijnlijk het meest tot de verbeelding. Binnen dit project werken 33 partners zoals Siemens Energy, RWE en Salzgitter-Mannesmann aan het idee om waterstof offshore te produceren en zo in de toekomst de dure netaansluiting van offshore windinstallaties overbodig te maken. Binnen het project wordt ook het offshore omzetten van waterstof in methaan, methanol en ammoniak onderzocht met behulp van direct-air-capture van CO2 en stikstof. De eerste pilot wordt “Aquaventus” voor de Duitse kust bij het eiland Helgoland met aangepaste 14 MW-turbines van Siemens. In 2035 moet deze pilot zijn uitgebouwd tot in totaal 10 GW capaciteit, waarbij de waterstof door een 400 km lange buisleiding aan land wordt gebracht.

Meer informatie is te lezen op de website van BMBF: https://www.bmbf.de/de/bmbf-bringt-wasserstoff-leitprojekte-auf-den-weg-13530.html

Duitsland: steeds meer wind op zee

IA Berlijn, september 2015

Samenvatting

Om het ambitieuze doel van 6,5 GW geïnstalleerd vermogen in 2020 te realiseren stimuleert de Duitse overheid de bouw van wind op zee projecten via feed-in tarieven en bankgaranties. Verder zet Duitsland ook flink in op onderzoek en innovatie om de industriële partijen verder te ondersteunen. Vooral de Noord-Duitse onderzoeksinstituten Fraunhofer IWES en het DEWI en consortia als Forwind en CEWind spelen daarbij een centrale rol. De afgelopen jaren zijn door deze instituten enkele grote testfaciliteiten opgezet.windpark Continue reading

Duitsland biedt veel kansen voor de Nederlandse Off Shore industrie

Wind Energy Hamburg

Dutch Pavillion op Wind Energy Hamburg

Tijdens de Wind Energy Hamburg presenteren 48 Nederlandse bedrijven in de windenergiesector zich aan de wereld. Wind op zee heeft gunstige groeivooruitzichten. Zo kent Nederland nu nog twee windenergieparken met totaal vermogen van 230 MW. Volgens het in 2013 gesloten Energieakkoord moet in 2023 4450 MW operationeel zijn. Ook in andere landen zullen er meer off-shore windparken komen. Minister Gabriel van Economie en Energie van Duitsland noemde windenergie het ‘werkpaard van de Energiewende’.

Continue reading