Tijdens de Wind Energy Hamburg presenteren 48 Nederlandse bedrijven in de windenergiesector zich aan de wereld. Wind op zee heeft gunstige groeivooruitzichten. Zo kent Nederland nu nog twee windenergieparken met totaal vermogen van 230 MW. Volgens het in 2013 gesloten Energieakkoord moet in 2023 4450 MW operationeel zijn. Ook in andere landen zullen er meer off-shore windparken komen. Minister Gabriel van Economie en Energie van Duitsland noemde windenergie het ‘werkpaard van de Energiewende’.
Nederlandse bedrijven zijn betrokken geweest bij de ontwikkeling, bouw en exploitatie van vrijwel alle windparken in de Noordzee. En dat in nagenoeg alle onderdelen van de waardeketen in deze sector. Daarbij komt met name de keuze voor wind op zee de Nederlandse technologische positie ten goede. Kennis en know-how van de Nederlandse maritieme en olie- & gas sector is hard nodig om de windambities van landen als Nederland en Duitsland waar te maken. Dit is de reden dat grote maritieme en off-shore bedrijven als Van Oord, IHC, Fugro prominent aanwezig waren op de beurs. Maar ook nichespelers baarden opzien. Zo presenteerde Vlietstra een robot die windturbines kan reinigen, bijvoorbeeld als er olielekken plaats hebben gevonden. Naast ECN was WMC – een instituut dat o.a. rotorbladen test – aanwezig in het Holland paviljoen.
Tijdens een druk bezochte netwerkreceptie in het Holland paviljoen prees Eelco van der Eijk van de Nederlandse ambassade de goede samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid in Nederland. Samen met Julian Wolff voerde hij daarnaast gesprekken met Nederlandse en Duitse partijen om de grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren.
Berlijn, 24 september 2014
Eelco van der Eijk (Eelco-vander.Eijk@minbuza.nl)
Julian Wolff (Julian.Wolff@minbuza.nl)